Schola Catharina



Hoogfeest van Pinksteren

Introitus (Wijsh. 1, 7)
Spiritus Domini replevit orbem terrarum, alleluia: et hoc quod continet omnia, scientiam habet vocis, alleluia. De Geest van de Heer heeft de aarde vervuld, alleluia; en al wat zij bevat, heeft kennis van het Woord, alleluia.
Tussenzang (Ps. 67, 2):
Exsurgat Deus, et dissipentur inimici eius: et fugiant, qui oderunt eum, a facie eius. God verrijst, en Zijn vijanden stuiven uiteen, en zij vluchten, alwie Hem haten, weg van Zijn aanschijn.
Alleluia (Ps. 103, 30)
Alleluia. Emitte Spiritum tuum, et creabuntur: et renovabis faciem terrae. Alleluia. Alleluia. Zend uw Geest uit en zij zullen herschapen worden; en Gij zult het aanschijn van de aarde vernieuwen. Alleluia.
Alleluia
Alleluia. Veni, Sancte Spiritus, reple tuorum corda fidelium: et tui amoris in eis ignem accende. Alleluia. Alleluia. Kom Heilige Geest, vervul de harten van uw gelovigen en ontsteek in hen het vuur van uw liefde. Alleluia.
Sequens
Veni, Sancte Spiritus, et emitte caelitus lucis tuae radium. Kom, Heilige Geest, en zend vanuit de hemel een straal van uw licht.
Veni, Pater pauperum, veni, dator munerum, veni, lumen cordium. Kom, Vader der armen, kom, Gever van genade, kom, Licht der harten.
Consolator optime, dulcis hospes animae, dulce refrigerium. Algode vertrooster, zoete Gast van de ziel, zoete verkwikking.
In labore requies, in aestu temperies, in fletu solatium. Rust bij de arbeid, koelte bij de hitte, troost bij droefheid.
O lux beatissima, reple cordis intima tuorum fidelium. O allerzaligst Licht, vervul tot in het diepste de harten van uw gelovigen.
Sine tuo numine, nihil est in homine, nihil est innoxium. Zonder uw almacht vermag de mens niets, is er niets zonder schuld.
Lava quod est sordidum, riga quod est aridum, sana quod est saucium. Reinig wat besmeurd is, verfris wat dor is, genees wat gewond is.
Flecte quod est rigidum, fove quod est frigidum, rege quod est devium. Buig wat verstokt is, verwarm wat koud is, leid wat verdwaald is.
Da tuis fidelibus, in te confidentibus, sacrum septenarium. Geef aan uw gelovigen die op U betrouwen, uw zeven heilige gaven.
Da virtutis meritum, da salutis exitum, da perenne gaudium. Geef hun de verdiensten van hun deugd, geef hun een zalig afsterven, geef hun de eeuwige vreugde.
Offertorium (Ps. 67, 29-30)
Confirma hoc Deus, quod operatus es in nobis: a templo tuo, quod est in Ierusalem, tibi offerent reges munera, alleluia. Bevestig, God, wat Gij in ons hebt bewerkt; vanuit uw tempel, die in Jeruzalem is, zullen koningen U geschenken aanbieden, alleluia.
Communio (Hand. 2, 2.4)
Factus est repente de caelo sonus advenientis spiritus vehementis, ubi erant sedentes, alleluia: et repleti sunt omnes Spiritu Sancto, loquentes magnalia Dei, alleluia. Plotseling kwam uit de hemel het geluid van een hevig opstekende wind, daar waar zij gezeten waren, alleluia; en vervuld werden allen van de Heilige Geest, de grote daden van God verkondigend, alleluia.
Tussenzang (Ps 67, 2):
Exsurgat Deus, et dissipentur inimici eius: et fugiant, qui oderunt eum, a facie eius. God verrijst, en Zijn vijanden stuiven uiteen, en zij vluchten, alwie Hem haten, weg van Zijn aanschijn.
Hymne
Veni Creator Spiritus, mentes tuorum visita, imple superna gratia, quae tu creasti pectora. Kom, Schepper, Heilige Geest, bezoek de harten van de uwen; vervul de zielen die Gij geschapen hebt met uw genade.
Qui Paraclitus diceris, donum Dei altissimi, fons vivus, ignis, caritas, et spiritalis unctio. Gij die Vertrooster wordt genoemd, Gave van de allerhoogste God, levende bron, vuur, liefde en geestelijke zalving.
Tu septiformis munere, dextrae Dei tu digitus, Tu rite promissum Patris, sermone ditans guttura. Gij, die zevenvoudig in uw gaven zijt, de vinger van 's Vaders rechterhand, Gij die plechtig belooft vanwege de Vader, de tongen begiftigt met talen.
Accende lumen sensibus, infunde amorem cordibus, infirma nostri corporis virtute firmans perpeti. Ontsteek in onze geest uw licht, stort in ons hart uw liefde uit en sterk ons zwakke lichaam met uw voortdurende kracht.
Hostem repellas longius, pacemque dones protinus: ductore sic te praevio vitemus omne noxium. Drijf de vijand ver weg van ons en schenk ons immer uw vrede, opdat, als Gij zo als leidsman voorgaat, wij al wat schaden kan, vermijden.
Per te sciamus da Patrem, noscamus atque Filium. Te utriusque Spiritum credamus omni tempore. Laat ons door U de Vader kennen en eveneens de Zoon, en immer door in U geloven, die de Geest van beiden zijt.