Geboortefeest Heilige Johannes de Doper, 24 juni
|
|
|
Introitus (Jes. 49, 1.2) |
|
|
|
| De ventre matris meae vocavit me Dominus nomine meo: et posuit os meum ut gladium acutum: sub tegumento manus suae protexit me, posuit me quasi sagittam electam. | | Vanaf de moederschoot heeft de Heer mij geroepen bij mijn naam; en Hij gaf mij een mond als een scherp zwaard; onder de dekking van Zijn hand beschermde Hij mij, Hij plaatste mij als een uitgelezen pijl. | |
| | | Tussenzang (Ps. 91, 2): | |
| Bonum est confiteri Domino: et psallere nomini tui, Altissime. | | Goed is het U te belijden Heer; en psalmen te zingen voor Uw naam, Allerhoogste. | |
|
|
Graduale (Jer. 1, 5.9) |
|
|
|
| Priusquam te formarem in utero, novi te: et antequam exires de ventre, santificavi te. Misit Dominus manum suam, et tetigit os meum, et dixit mihi. | | Voordat Ik u in de moederschoot vormde, kende Ik u; en voordat ge uit de buik kwam, heb Ik u geheiligd. De Heer heeft Zijn hand uitgestoken, en Hij heeft mijn mond aangeraakt, en heeft tot Mij gesproken. | |
|
|
Alleluia (Lc. 1, 76) |
|
|
|
| Alleluia. Tu, puer, propheta Altissimi vocaberis: praeibis ante Dominum parare vias eius. Alleluia. | | Alleluia. Gij, kind, zult profeet van de Allerhoogste genoemd worden; gij zult voor de Heer uitgaan om Zijn wegen te bereiden. Alleluia | |
|
|
Offertorium (Ps. 91, 13) |
|
|
|
| Iustus ut palma florebit: sicut cedrus, quae in Libano est, multiplicabitur. | | De rechtvaardige zal bloeien als een palmboom; als een ceder die op de Libanon groeit, zal hij vermeerderen. | |
|
|
Communio (Lc. 1, 76) |
|
|
|
| Tu, puer, propheta Altissimi vocaberis: praeibis enim ante faciem Domini parare vias eius. | | Gij, kind, zult profeet van de Allerhoogste genoemd worden; gij zult immers voor het gelaat van de Heer uit gaan om Zijn wegen te bereiden. | |
| | | Tussenzang (Luc. 1 68): | |
| Benedictus Dominus Deus Israel, quia visitavit et fecit redemptionem plebi suae. | | Gezegend is de Heer de God van Israël, omdat Hij zijn volk opgezocht heeft en verlost. | |
|
|
Hymne |
|
|
|
| Ut queant laxis resonare fibris Mira gestorum famuli tuorum, Solve polluti labii reatum, Sancte Joannes. | | Opdat uw dienaren uw wonderlijke daden kunnen bezingen, Verschoon hun schuldige lippen, Heilige Johannes | |
| | | | |
| Nuntius celso veniens Olympo, Te patri magnum fore nasciturum, Nomen, et vitae seriem gerendae Ordine promit. | | De bode komend uit de hoge hemel Meldt uw vader uw geboorte en grootheid; En hoe uw naam is, wat uw leven zal zijn, Zegt hij ordelijk. | |
| | | | |
| Ille promissi dubius superni, Perdidit promptae modulos loquelae; Sed reformasti genitus peremptae Organa vocis. | | Daar hij twijfelt aan deze hemelse boodschap, Wordt hem zijn spraak ontnomen; Maar uw geboorte geeft hem het gebruik weer Van zijn stemorgaan. | |
| | | | |
| Ventris obstruso recubans cubili Senseras Regem thalamo manentem Hinc parens nati meritis uterque Abdita pandit. | | Als gij nog in moeders schoot geborgen ligt, Voelt gij den Koning, in zijn kamer rustend; Beide uw ouders loven door uw toedoen De heilsgeheimen. | |
| | | | |
| Sit decus Patri, genitaeque Proli, Et tibi compar utruisque virtus, Spiritus semper, Deus unus, omni Temporis aevo. Amen. | | Eer zij den Vader en die van Hem voortkomt, Eer ook aan U, van Hen en Hun gelijke; De eeuwige Geest, de ene God, voor altijd, in alle eeuwen. Amen. | |
|
|