Schola Catharina



Doop van de Heer

Introitus (Ps. 44, 8)
Dilexisti iustitiam, et odisti iniquitatem: propterea unxit te Deus, Deus tuus, oleo laetitiae prae consortibus tuis. Bemind hebt Gij de rechtvaardigheid, en gehaat het onrecht; daarom heeft God, Uw God, U gezalfd, met de olie der blijdschap meer dan Uw broeders.
Tussenzang (Ps. 44, 2ab):
Eructavit cor meum verbum bonum: dico ego opera mea regi. Opgetogen verkondigt mijn hart het goede woord: ik zing mijn dichtwerken voor de koning
Graduale (Ps. 71, 18.3)
Benedictus Dominus Deus Israel, qui facit mirabilia magna solus a saeculo. Gezegend de Heer, de God van Israël, die grote wonderen doet, alleen en van eeuwigheid.
Suscipiant montes pacem populo tuo, et colles iustitiam. Mogen de bergen voor uw volk de vrede ontvangen, en de heuvelen de rechtvaardigheid.
Alleluia (Ps. 117, 26-27)
Alleluia. Benedictus qui venit in nomine Domini: Alleluia. Gezegend die komt in de Naam van de Heer:
Deus Dominus et illuxit nobis. Alleluia. God is de Heer en Hij heeft ons verlicht. Alleluia.
Offertorium (Ps. 117, 26-27)
Benedictus qui venit in nomine Domini: benediximus vobis de domo Domini: Gezegend die komt in de Naam van de Heer; wij hebben u gezegend vanuit het huis van de Heer:
Deus Dominus, et illuxit nobis, alleluia, alleluia. God is de Heer en Hij heeft ons verlicht, alleluia, alleluia.
Communio (Gal. 3, 27)
Omnes qui in Christo baptizati estis, Christum induistis, alleluia. Gij allen die in Christus gedoopt zijt, hebt u met Christus bekleed, alleluia.
Tussenzang (Ps. 28, 1):
Afferte Domino, filii Dei, afferte Domino gloriam et potentiam. Dient de Heer, zonen van God, dient de Heer om Zijn glorie en macht.