Schola Catharina



Christus Koning, Vespers

Deus in adiutorium meum intende
Deus in adiutorium meum intende. Domine ad adiuvandum me festina. God, kom mij te hulp. Heer, haast u mij te helpen.
Gloria Patri, et Filio, en Spiritui Sancto. Eer aan de Vader, en de Zoon en de Heilige Geest.
Sicut erat in principio, et nunc et semper, et in saecula saeculorum. Amen. Alleluia. Zoals het was in het begin, en nu en altijd, tot in de eeuwen der eeuwen Amen. Alleluia.
Te saeculorum principem (hymne)
1. Te saeculorum Principem, Te, Christe, Regem gentium, Te mentium, Te cordium Unum fatemur arbitrum. 1. Gij Vorst der eeuwen, Gij, Christus, Koning der volkeren, U, der geesten en der harten Enige rechter, belijden wij.
2. Quem prona adorant agmina Hymnisque laudant caelitum, Te nos ovantes omnium Regem supremum dicimus. 2. U, die de gewillige schare aanbidt En looft met hymnen vanuit de hemel, U erkennen wij lovend Als hoogste Koning van alles.
3. O Christe, Princeps Pacifer, Mentes rebelles subice: Tuoqu(e) amore devios Ovil(e) in unum congrega. 3. O Christus, vredebrengende vorst, Onderwerp de opstandige geesten: En, door Uw liefde, verzamel alle afgedwaalden In de ene schaapskooi.
4. Ad hoc cruent(a) ab arbore, Pendes apertis brachiis: Diraque fossum cuspide Cor igne flagrans exhibes. 4. Daartoe hing Gij aan het gruwelijke kruis, Met wijdgespreide armen En de wrede lans die U doorboorde, En toonde U ons een hart brandend van liefdesvuur.
5. Ad hoc in aris abderis Vini dapisqu(e) imagine, Fundens salutem filiis Transverberato pectore. 5. Daartoe zijt Gij op de altaren verborgen Onder het beeld van wijn en brood, En stort het heil uit over Uw kinderen Uit Uw doorboorde borst.
6. Iesu, tibi sit gloria, Qui cuncta amore temperas, Cum Patre et almo Spiritu In sempiterna saecula. Amen. 6. Jezus, aan U zij de eer, Die alle liefde ordent, Met de Vader en de heilige Geest, In alle eeuwen. Amen.
Super solium (antifoon) ( ps. 109)
Super solium David et super regnum eius sedebit in aeternum, alleluia. Boven de troon van David en boven zijn rijk zal Hij zetelen tot in eeuwigheid, alleluia.
1. Dixit Dominus Domino meo: Sede a dextris meis. 1. De Heer heeft gezegd tot mijn Heer: Zit aan Mijn rechterhand.
2. Donec ponam inimicos tuos, scabellum pedum tuorum. 2. Totdat ik Uw vijanden neerleg, als een voetbank onder Uw voeten.
3. Virgam virtutis tuae emittet Dominus ex Sion: dominare in medio inimicorum tuarum. 3. De scepter van Uw macht zal de Heer doen uitgaan vanuit Sion: om te overheersen temidden van Uw vijanden.
4. Tecum principium in die virtutis tuae in splendoribus sanctorum: ex utero ante luciferum genui te. 4. Met U is het oppergezag op de dag van Uw macht in de schittering van Uw heiligdom: uit de schoot, eerder dan de morgenster, heb ik U voortgebracht.
5. Iuravit Dominus, et non paenitebit eus: Tu es sacerdos in aeternum secundum ordinem Melchisedech. 5. De Heer heeft gezworen, en het zal Hem niet berouwen: Gij zijt priester in eeuwigheid naar de wijze van Melchisedeck.
6. Dominus a dextris tuis: confregit in die irae suae reges. 6. De Heer is aan Uw rechterhand: verbrijzelen zal Hij, op de dag van Zijn toorn, koningen.
7. Iudicabit in nationibus, implebit ruinas: conquassabit capite in terra multorum. 7. Rechtspreken zal Hij onder de volkeren, ondergang veroorzaken: neersmakken de hoofden van velen op de grond.
8. De torrente in via bibet: propterea exaltabit caput. 8. Uit een beek onderweg zal Hij drinken: daarom het hoofd weer opheffen.
9. Gloria Patri, et Filio, et Spiritui Sancto. 9. Eer aan de Vader, en de Zoon en aan de Heilige Geest.
10. Sicut erat in principio, et nunc, et semper, et in saecula saeculorum. Amen. 10. Zoals het was in het begin, nu en alijd, tot in de eeuwn der eeuwen. Amen
Super solium David et super regnum eius sedebit in aeternum, alleluia. Boven de troon van David en boven zijn rijk zal Hij zetelen tot in eeuwigheid, alleluia
Regnum tuum (antifoon) (ps. 144)
Regnum tuum, regnum omnium saeculorum, et dominatio tua in omnem generationem et generationem. Uw rijk is het rijk van alle eeuwen, en Uw heerschappij gaat van elk geslacht op geslacht.
1. Exaltabo te Deus meus rex: et benedicam nomini tuo, in saeculum et in saeculum saeculi. 1. Verheerlijken zal ik U God mijn koning: en zegenen zal ik Uw naam, van nu tot in de eeuwen der eeuwen.
2. Per singulos dies benedicam tibi: et laudabo nomen tuum in saeculum et in saeculum saeculi. 2. Dag aan dag zal ik U zegenen: en ik zal Uw naam loven nu en tot in de eeuwen der eeuwen.
3. Magnus Dominus et laudabilis nimis: et magnitudinis eius non est finis. 3. Groot is de Heer en zeer lofwaardig: en Zijn grootheid is onbegrensd.
4. Generatio et generatio laudabit opera tua: et potentiam tuam pronuntiabunt. 4. Geslacht op geslacht zal Uw werken loven: en Uw macht verkondigen.
5. Magnificentiam gloriae sanctitatis tuae loquentur: et mirabilia tua narrabunt. 5. De schittering van Uw heilige roem verkondigen zij: en zij vertellen over Uw wonderdaden.
6. Et virtutem terribilium tuorum dicent: et magnitudinem tuam narrabunt. 6. En over de kracht van Uw schrikwekkende daden spreken zij: en Uw grootheid verkondigen zij.
7. Memoriam abundantiae suavitatis tuae eructabunt: et iustitia tua exsultabunt. 7. De herinnering aan Uw overvloedige mildheid onderrichten zij: en over Uw rechtschapenheid jubelen zij.
8. Gloria Patri, et Filio, et Spiritui Sancto. 8. Eer aan de Vader, en de Zoon, en de Heilige Geest.
9. Sicut erat in principio, et nunc, et semper, et in saecula saeculorum. Amen. 9. Zoals het was in het begin, nu en altijd, in de eeuwen der eeuwen. Amen.
Regnum tuum, regnum omnium saeculorum, et dominatio tua in omnem generationem et generationem. Uw rijk is het rijk van alle eeuwen, en Uw heerschappij gaat van elk geslacht op geslacht.
Habet in vestimento (antifoon, canticum)
Habet in vestimento et in femore suo scriptum: Rex regum et Dominus dominantium. Ipsi gloria et imperium in saecula saeculorum. Hij heeft het op kleding en lichaam geschreven staan: Koning der koningen en Heer der heerscharen. Aan Hem is de eer en het rijk in de eeuwen der eeuwen.
1. Alleluia. Salus et gloria et virtus Deo nostro, alleluia, quia vera et iusta iudicia eius. Alleluia, alleluia. 1. Alleluia. Heil en roem en kracht aan onze God, alleluia, omdat waar en rechtvaardig Zijn oordelen zijn. Alleluia, alleluia.
2. Alleluia. Laudem dicite Deo nostro, omnes servi eius, alleluia, et qui timetis eum, pusili et magni! Alleluia, alleluia. 2. Alleluia. Looft onze God, al Zijn dienaren, alleluia, en alwie Hem vreest, klein en groot! Alleluia, alleluia.
3. Alleluia. Quoniam regnavit Dominus, Deus noster omnipotens. Alleluia. Gaudeamus et exsultemus et demus gloriam ei. Alleluia, alleluia. 3. Alleluia. Immers, de Heer heeft koningschap getoond, onze God almachtig. Alleluia. Laten wij ons verheugen en juichen en Hem eer bewijzen. Alleluia, alleluia.
4. Alleluia. Quia venerunt nuptiae Agni, alleluia, et uxor eius praeparavit se. Alleluia, alleluia. 4. Immers, de bruiloft van het Lam is aanstaande, en Zijn vrouw heeft zich voorbereid. Alleluia, alleluia.
Habet in vestimento et in femore suo scriptum: Rex regum et Dominus dominantium. Ipsi gloria et imperium in saecula saeculorum. Hij heeft het op kleding en lichaam geschreven staan: Koning der koningen en Heer der heerscharen. Aan Hem is de eer en het rijk in de eeuwen der eeuwen.
Sedes tua (responsorium breve)
Sedes tua, Deus, in saeculum saeculi. Sceptrum aequitatis, sceptrum regni tui. Uw zetel, God, staat in de eeuwen der eeuwen. De skepter van de rechtvaardigheid, is de skepter van Uw rijk.
Gloria Patri et Filio, et Spiritui Sancto. Eer aan de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.
Data est mihi (antifoon, magnificat)
Data est mihi omnis potestas in caelo et in terra, dicit Dominus. Gegeven is aan Mij alle macht in de hemel en op aarde, zegt de Heer.
1. Magnificat anima mea Dominum 1. Hoog pijst mijn ziel de Heer.
2. Et exaltavit spiritus meus in Deo salutari meo. 2. En gejuicht heeft mijn geest voor God mijn heil.
3. Quia respexit humilitatem ancillae suae: ecce enim ex hoc beatam me dicent omnes generationes. 3. Omdat Hij acht sloeg op de nederigheid van zijn dienares: kijk, sindsdien prijzen mij zalig alle geslachten.
4. Quia fecit mihi magna qui potens est: et sanctum nomen eius. 4. Omdat Hij voor mij grote dingen heeft gedaan, de Machtige: en heilig is Zijn naam.
5. Et misericordia eius a progenie in progenies timentibus eium. 5. En Zijn barmhartigheid geldt van geslacht op geslacht voor hen die Hem vrezen.
6. Fecit potentiam in brachio suo: dispersit superbos mente cordis sui. 6. Hij deed de macht van Zijn arm gelden: verstrooid heeft hij de trotsen van hart.
7. Deposuit potentes de sede, et exaltavit humiles. 7. Verstoten heeft Hij de machtigen van hun zetel, en verheven de nederigen.
8. Esurientes implevit bonis: et divites dimisit inanes 8. Hongerigen overlaadde Hij met goede gaven: en rijken zond Hij berooid heen.
9. Suscepit Israel puerum suum, recordatus misericordeae suae. 9. Hij nam Israël op als Zijn kind, indachtig Zijn barmhartigheid.
10. Sicut locutus est ad patres nostros, Abraham et semini eius in saecula. 10. Zoals gezegd is tot onze voorvaderen, Abraham en zijn nakomelingen tot in eeuwigheid.
11. Gloria Patri, et Filio, et Spiritui Sancto. 11. Eer aan de Vader, en de Zoon, en de Heilige Geest.
12. Sicut erat in principio, et nunc, et semper, et in saecula saeculorum. Amen 12. Zoals het was in het begin, en nu, en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen.
Data est mihi omnis potestas in caelo et in terra, dicit Dominus. Gegeven is aan Mij alle macht in de hemel en op aarde, zegt de Heer.