Schola Catharina



De Allerheiligste Naam Jezus

Introitus (Ph. 2, 10-11; Ps 8,2)
In nomine Iesu omne genu flectatur, caelestium, terrestrium et infernorum: et omnis lingua confiteatur, quia Dominus Iesus Christus in gloria est Dei Patris. In de Naam Jezus buige zich iedere knie, in de hemel, op aarde, en onder de aarde: en iedere tong belijde, dat de Heer Jezus Christus in de heerlijkheid is van God de Vader.
Tussenzang (Ps.8. 2):
Domine, Dominus noster, quam admirabile est nomen tuum in universa terra! Gloria Patri, et Filio et Spiritui Sancto, sicut erat in principio et nunc et semper, et in saecula saeculorum, amen. Heer, onze Heer, hoe bewonderenswaardig is uw Naam op heel de aarde! Eer aan de Vader, en de Zoon en aan de Heilige Geest, zoals het was in het begin en nu en altijd, en in de eeuwen der eeuwen, Amen.
Graduale (Ps. 105, 47; Is 63.16)
Salvos fac nos, Domine, Deus noster, et congrega nos de nationibus, ut confiteamur nomini sancto tuo, Red ons, Heer, onze God, en breng ons samen uit de volkeren, opdat wij uw heilige Naam vereren,
et gloriemur in gloria tua. en de roem van uw heerlijkheid verkondigen,
Tussenzang (Jes. 63,16):
Tu, Domine, pater noster et redemptor noster: a saeculo nomen tuum. Gij, Heer, onze Vader en Verlosser: eeuwig is uw Naam.
Alleluia (Ps. 144, 21)
Alleluia. Laudem Domini loquetur os meum, et benedicat omnis caro nomen sanctum eius. Alleluia. Alleluia. Mijn mond zal de lof van de Heer verkondigen, en alle vlees zal zijn heilige Naam zegenen. Alleluia.
Offertorium (Ps. 85, 12 en 5)
Confitebor tibi, Domine, Deus meus, in toto corde meo, et glorificabo nomen tuum in aeternum, quoniam tu, Domine, suavis et mitis es: et multae misericordiae omnibus invocantibus te, alleluia. Ik zal uw lof verkondigen, Heer, mijn god, uit geheel mijn hart, en uw Naam verheerlijken voor eeuwig, want Gij, Heer, zijt zachtmoedig en mild, en rijk aan barmhartigheid voor al wie U aanroepen, alleluia.
Communio (Ps. 85, 9-10)
Omnes gentes, quascumque fecisti, venient et adorabunt coram te, Domine, et glorificabunt nomen tuum: quoniam magnus es tu, Alle volkeren, die gij hebt geschapen, zij zullen komen en u aanbidden, Heer, en verheerlijken uw Naam: want groot zijt Gij,
et faciens mirabilia: tu es Deus solus, alleluia. en doet wonderen: Gij alleen zijt God, alleluia.
Tussenzang (Ps. 85. 3, 5):
Inclina, Domine, aurem tuam et exaudi me, quoniam inops et pauper sum ego. Neig, Heer, uw oor en verhoor mij, want ik ben behoeftig en arm.