Schola Catharina



4e Zondag van de Advent

Introitus (Jes. 45, 8)
Rorate, caeli, desuper, et nubes pluant iustum: aperiatur terra, et germinet Salvatorem. Dauwt, hemelen, van boven neer; en mogen de wolken de Rechtvaardige over ons uitstorten: moge de aarde zich openstellen, en de Verlosser als zaad laten ontkiemen.
Tussenzang (Ps. 18):
Caeli enarrant gloriam Dei: et opera manuum eius annuntiat firmamentum. De hemelen verhalen de roem van God: en de werken van zijn hand verkondigt het firmament.
Graduale (Ps. 144, 18.21)
Prope est Dominus omnibus invocantibus eum: omnibus qui invocant eum in veritate. Laudem Domini loquetur os meum: et benedicat omnis caro nomen sanctum eius. Nabij is de Heer voor allen die Hem aanroepen, allen die Hem aanroepen in oprechtheid. De lof van de Heer zal mijn mond spreken: en alle vlees zal Zijn heilige Naam prijzen.
Alleluia
Alleluia. Veni, Domine, et noli tardare: relaxa facinora plebis tuae Israel. Alleluia. Alleluia. Kom, Heer, en wil niet wachten: ontbindt de zonden van uw volk. Alleluia.
Offertorium (Lc. 1, 28)
Ave, Maria, gratia plena, Dominus tecum: benedicta tu in mulieribus, et benedictus fructus ventris tui. Wees gegroet, Maria, vol van genade; de Heer is met u; gij zijt de gezegende onder de vrouwen en gezegend is de vrucht van uw schoot.
Communio (Jes. 7, 14)
Ecce, Virgo concipiet et pariet filium: et vocabitur nomen eius Emmanuel. Zie, de Maagd zal ontvangen en zal een zoon ter wereld brengen; en zijn naam zal zijn: Immanuel.
Tussenzang (Ps. 18):
Caeli enarrant gloriam Dei et opera manuum eius annuntiat firmamentum. De hemelen verhalen de roem van God: en de werken van zijn hand verkondigt het firmament.