Schola Catharina



3e Zondag van de Advent

Introitus (Fil, 4, 4.5)
Gaudete in Domino semper: iterum dico, gaudete: modestia vestra nota sit omnibus hominibus: Dominus prope est. Nihil solliciti sitis: sed in omni oratione petitiones vestrae innotescant apud Deum. Verheugt u in de Heer te allen tijde: nogmaals zeg ik, verheugt u: moge uw bescheidenheid bekend zijn bij alle mensen: de Heer is nabij. Weest nergens bezorgd over: maar laat in elk gebed uw wensen bekend worden bij God.
Tussenzang (Ps.84):
Benedixisti, Domine, terram tuam: avertisti captivitatem Iacob. Gezegend hebt Gij, Heer, Uw land: afgewend de gevangenschap van Jacob.
Graduale (Ps. 79, 2.3)
Qui sedes, Domine, super Cherubim, excita potentiam tuam, et veni. Qui regis Israel, intende: qui deducis velut ovem Ioseph. Gij die troont, Heer, boven de Cherubijnen, wek uw macht op, en kom. Gij die koning zijt over Israël, luister: Gij die Jozef leidt als een schaap.
Alleluia (Ps. 79, 3)
Alleluia. Excita, Domine, potentiam tuam, et veni, ut salvos facias nos. Alleluia. Alleluia. Wek op, Heer, uw macht, en kom, opdat Gij ons heil bereidt. Alleluia.
Offertorium (Ps. 84, 2)
Benedixisti, Domine, terram tuam: avertisti captivitatem Iacob: remisisti iniquitatem plebis tuae. Gezegend hebt Gij, Heer, uw aarde, afgewend de gevangenschap van Jakob; vergeven de schuld van uw volk.
Communio (Jes. 35, 4)
Dicite: Pusillanimes, confortamini et nolite timere: ecce Deus noster veniet et salvabit nos. Zegt: Zwakke zielen, vat moed en vreest niet: kijk onze God zal komen en zal ons redden.
Tussenzang (Is. 35):
Laetentur deserta et invia. et exsultet solitudo et floreat quasi lilium. Laten zich verheugen de woestijn en het onbegaanbare, verheuge zich de wildernis en zij bloeie als een lelie.