Schola Catharina



2e Zondag na Pinksteren

Introitus (Ps. 17, 19-20)
Factus est Dominus protector meus, et eduxit me in latitudinem: salvum me fecit, quoniam voluit me. De Heer heeft zich tot mijn beschermer gemaakt, en mij geleid naar uitgestrekt gebied; Hij heeft mij heil gebracht, omdat Hij mij gewild heeft.
Tussenzang (Ps. 17, 2-3):
Diligam te Domini fortitudo mea: Dominus firmamentum meum, et refugium meum, et liberator meus. Ik heb U lief Heer mijn kracht: Heer mijn sterkte, en mijn toevlucht, en mijn bevrijder.
Graduale (Ps. 119, 1.2)
Ad Dominum, dum tribularer, clamavi, et exaudivit me. Tot de Heer heb ik geroepen toen ik verdrukt werd, en Hij heeft mij verhoord.
Domine, libera animam meam a labiis iniquis, et a lingua dolosa. Verlos mijn ziel, Heer, van vijandige lippen, en van de bedrieglijke tong.
Alleluia (Ps. 7, 2)
Alleluia. Domine Deus meus, in te speravi: salvum me fac ex omnibus persequentibus me, et libera me. Alleluia. Alleluia. Heer, mijn God, op U vertrouw ik; red mij van allen die mij vervolgen en bevrijd mij. Alleluia.
Offertorium (Ps. 6, 5)
Domine convertere, et eripe animam meam: salvum me fac propter misericordiam tuam. Wend U tot mij, Heer, en verlos mijn ziel; bewerkstellig mijn heil omwille van uw barmhartigheid.
Communio (Ps. 12, 6)
Cantabo Domino, qui bona tribuit mihi: et psallam nomini Domini altissimi. Zingen zal ik voor de Heer, die mij weldaden bewees; en ik zal psalmen zingen voor de Naam van de Heer, de Allerhoogste.
Tussenzang (Ps. 12, 2):
Usquequo Domine oblivisceris me in finem? Usquequo avertis faciem tuam a me? Hoe lang, Heer, zult Gij mij vergeten uiteindelijk? Hoe lang afwenden Uw aanschijn van mij?