Schola Catharina



11e Zondag na Pinksteren

Introitus (Ps. 67, 6-7.36)
Deus in loco sancto suo: Deus qui in habitare facit unanimes in domo: ipse dabit virtutem et fortitudinem plebi suae. God in zijn heilig domein; God die allen eensgezind doet samenwonen in het huis. Hijzelf geeft de moed en de sterkte aan zijn volk.
Tussenzang (Ps. 67, 2):
Exsurgat Deus, et dissipentur inimici eius: et fugiant, qui oderunt eum, a facie eius. God verrijst, en zijn vijanden stuiven uiteen, en zij vluchten, alwie Hem haten, weg van zijn aanschijn
Graduale (Ps. 27, 7.1)
In Deo speravit cor meum, et adiutus sum: et refloruit caro mea: et ex voluntate mea confitebor illi. Ad te, Domine, clamavi: Deus meus, ne sileas: ne discedas a me. Op God heeft mijn hart gehoopt en ik ben geholpen; en mijn vlees is weer opgebloeid, en uit mijn vrije wil zal ik Hem belijden. Tot U, Heer, heb ik geroepen; mijn God, opdat U niet zwijgt, opdat U zich niet van mij afwendt.
Alleluia (Ps. 80, 2.3)
Alleluia. Exsultate Deo adiutori nostro, iubilate Deo Iacob: sumite psalmum iucundum cum cithara. Alleluia. Alleluia. Juicht voor God, onze Helper; jubelt voor de God van Jacob; heft een blijde psalm aan met citerspel. Alleluia.
Offertorium (Ps. 29, 2-3)
Exaltabo te Domine, quoniam suscepisti me, nec delectasti inimicos meos super me: Domine clamavi ad te, et sanasti me. Ik zal U verheffen, Heer, omdat Gij mij hebt opgenomen en mijn vijanden niet hebt verkozen boven mij; Heer, ik heb tot U geroepen, en U heeft mij genezen.
Communio (Spr. 3, 9.10)
Honora Dominum de tu substantia, et de primitiis frugum tuarum: ut impleantur horrea tua saturitate, et vino torcularia redundabunt. Vereer de Heer met uw vermogen, en met de eerstelingen van uw veldvruchten, opdat uw voorraadkamers gevuld worden met overvloed, en de wijnpersen overlopen van wijn.
Tussenzang (Ps. 111. 1):
Beatus vir, qui timet Dominum, in mandatis eius cupit nimis Zalig de man die de Heer vreest, die zijn geboden zeer begeert.